AANSTURING VAN :
PHILIPS NACHTWAKERS, PHILIPS PORTIERS, PHILIPSPOLITIE, PHILIPS BEWAKERS, PHILIPS BEDRIJFSBEVEILIGERS VAN 1896 tot en met 2008.
Voorwoord.
1896 – 1931 Aansturing door Bedrijfsleiding.
1931 – 1941 Aansturing door Korpschef/Hoofd Politie.
1941 – 1988 Aansturing door Korpschefs.
1988 – 2008 Aansturing door Product Divisie.
In dit hoofdstuk wordt gekeken naar hoe deze aansturing is verlopen, waarbij duidelijk gemaakt moet worden dat tot 1941 het uitsluitend om Eindhovense plants ging.
Dat er eind 40-er, 50-er, 60-er en zelfs in de 70-er jaren Philips over heel Nederland plants vestigde die vanuit Eindhoven werden aangestuurd.
Maar dat in 1988 dit stopte en de verantwoordelijkheid voor de Philips Bedrijfsbeveiliging van al die plants bij de lokale Product Divisie terecht kwam.
Waarbij de redactie na 1988 alleen de Eindhovense plants volgt hoe in die periode de aansturing is verlopen.
Gezien het feit dat wij ervan uit gaan dat de informatie op onze website redelijk compleet is beseffen wij als redactie dat deze informatie wel gefragmenteerd over alle hoofdstukken staat verdeeld.
Dit is voor de redactie de reden om gebruikmakend en verwijzend naar alle hoofdstukken duidelijk uit te leggen hoe de aansturing in de periode van 1896 tot en met 2008 was georganiseerd.
Verder willen we vooraf duidelijk maken welke bronnen er gebruikt zijn voor de hoofdstukken:
Hoofdstuk 1, 1896-1931 “Het begin” van de Hr. de Bruin.
Hoofdstuk 2, 1931-1941 “Het begin” van de Hr. de Bruin.
Hoofdstuk 3, 1941-1988 “Het begin” van de Hr. de Bruin, Hr. Broos, Hr. v. Engelen.
Hoofdstuk 4, 1988-2008 Hr. Broos, Hr. v. Engelen.
De redactie maakt gebruik van:
Vetgedrukt en cursief als het over: “ overzicht belangrijke gebeurtenissen in een bepaalde periode ”
Vetgedrukt als het over: “ Oorzaken en gevolgen ” gaat.
Hoofdstuk 1. 1896-1931. ( Bron: Het begin 1899-1948)
Philips heeft zich in 1891 gevestigd in Eindhoven en begon op de Emmasingel in enkele gebouwen met 10 man personeel met de productie van lampen.
Eind 1891 bestond het personeel uit 30 medewerkers.
Nadat er in de begin jaren steeds meer werd geïnvesteerd in gebouwen, machines en materiaal voor de productie van gloeilampen werd het risico steeds groter om gebouwen,machines en materiaal zonder toezicht te laten staan.
Verder breidde het personeel zich steeds verder uit, eind 1895 naar 42 medewerkers waarbij het aantal medewerkers eind 1896 inmiddels was gegroeid naar 170 medewerkers.
Vandaar dat Philips in 1896 begon met het aanstellen van de eerste nachtwaker.
De eerste nachtwaker die werd aangesteld, was Jan van Casteren met hond.
Deze nachtwaker zorgde nawerktijd voor bewaking van gebouwen, machines en materialen.
Deze nachtwaker was in burger en liep met een hond over het terrein en was herkenbaar aan een pet met “portier” erop en had een rondeklok.
Dit was de eerste aanzet om te komen tot een beveiligingsdienst.
In 1900 was het aantal medewerkers inmiddels gegroeid naar 600 en werden er steeds meer fabrieken gebouwd.
Dat betekende dat het niet voldoende was om alleen toezicht te houden in de nacht en de weekenden maar zeker ook overdag om toezicht te houden op het in en uitgaande personeel. Vandaar dat in 1899 een sergeant werd aangenomen als portier, te weten Jan Jansen.
In 1909 werd de tweede nachtwaker Jan Karsemakers aangenomen
Inmiddels was het personeel in 1911 gegroeid naar 2000 medewerkers.
In 1911 werden de eerste beton gebouwen gebouwd.
Dat betekende ook, dat er een gebouw als directiegebouw werd ingericht voor de directie van Philips.
Om de toegang tot dit gebouw te regelen werd in 1910 de Hr. Geubel als conciërge aangesteld.
Gezien het feit dat begin 1900 het aantal gebouwen en dus ook het personeel steeds verder groeide, kwamen er ook steeds meer portiers en nachtwakers in dienst.
Een ander probleem was dat er in Eindhoven niet voldoende personeel voorhanden was zodoende moest er personeel geworven worden uit andere plaatsen in Nederland.
Vandaar dat er personeel uit Leerdam, Groningen, Limburg, Drente en zelfs uit België, Duitsland, Oostenrijk en Tsjechië geworven werd.
Een bijkomend probleem werd de behuizing voor dit personeel, vandaar dat Philips in 1910 begon met het bouwen van huizen voor al haar werknemers.
Dit werd in eerste instantie het “Philips dorp” en wat later het “Drents dorp”.
Door deze grote aantallen nieuwe bewoners die vanuit Nederland en het buitenland kwamen kon de dorpsveldwachter zijn taak niet meer aan.
Vandaar dat Philips in 1911 de eerste veldwachter, te weten Hr. J. Nagelkerke speciaal voor het Philips dorp en in 1917 de tweede veldwachter Hr. J. de Boer aanstelde om de orde rust en veiligheid te waarborgen.
Voor de groeiende beveiligingsorganisatie betekende dat:
in 1914 Willen van de Pas hoofdportier werd van de portiers,
in 1917 Jan Karsemakers als hoofd van de nachtwakers werd aangesteld.
Wat duidelijk is dat uit de stukken van de Hr. de Bruin komt is dat Philips steeds groter werd.
In 1916 werd in het dorp Strijp een tweede complex, waar de Glasfabriek werd gebouwd, in gebruik genomen.
Wat uit deze stukken duidelijk naar voren komt, is dat de bedrijfsleiders van de complexen Emmasingel en Strijp, de bazen waren van het hoofd van de portiers en het hoofd van de nachtwakers.
De hoofden van deze afdelingen rapporteerden aan de bedrijfsleiding van de betreffende plant.
Zie hiervoor foto op de “historische tijdlijn” uit 1920.
OORZAAK:
Gevolg van het uitbreiden van gebouwen, productie en het aantrekken van nieuw personeel uit heel Nederland en het buitenland ontstond er een totaal andere mentaliteit bij Philips.
Dit resulteerde in het aanstellen van veldwachters in de Philips dorpen maar dit hield ook in de dat mentaliteit op de werkvloer veranderde.
Hierop was de toenmalige portiersdienst niet op was berekend.
GEVOLG:
Wat van belang is voor de verdere ontwikkeling van de Portiersdienst van Philips is dat in 1924 door Philips Hr. W. de Graaff werd aangenomen dit op voorspraak van de Hr. A. Philips zelf.
Deze Hr. W. de Graaff had bij zijn aanstelling bedongen dat hij op kosten van Philips een juridisch studie kon volgen.
Dit betekende dat hij na afronding van zijn studie in 1927, als jurist de taak kreeg om de Portiersdienst van Philips te reorganiseren.
De Portiersdienst in die jaren bestond vooral uit oudere portiers en nachtwakers.
Mr. W. de Graaff, die tevens inspecteur van de gemeente politie Eindhoven was, voerde reorganisatie door de oudere portiers en nachtwakers te vervangen door personeel met een politiediploma.
Deze reorganisatie werd niet rigoureus doorgevoerd omdat men rekening hield met ouder personeel maar ook het fabriekspersoneel moest wennen aan een totaal andere opzet van de Philips bewakingsdienst.