Het verhaal van Leo Ringeling (versie 14-01-2023)



Hierbij het verhaal van Leo Ringeling.

Voordat ik begin met “mijn verhaal” wil ik teruggaan naar de tijd voordat ik in augustus 1971 bij Philips ben begonnen.

Dit omdat ik wil benadrukken dat “geluk” een belangrijke factor is bij het wel of niet slagen van een carrière.

In 1971 was ik werkzaam bij de sport-camping winkel Haak in Eindhoven aan de Generaal Koenderslaan.

In april van dat jaar had ik gesolliciteerd naar een functie bij de Politie in Arnhem.

De sollicitatieprocedure verliep voorspoedig en op een zeker moment werd er een achtergrond onderzoek ingesteld. (scholen en werkgevers)

De man die dat onderzoek instelde heb ik in de zaak gezien, omdat hij toen hij een afspraak had met de toenmalig eigenaar/directeur de heer Haak.

Enkele weken na dat gesprek kreeg ik een afwijzing van de Politie.

Direct na deze afwijzing heb ik in mei 1971 gesolliciteerd naar een functie van surveillant bij de beveiligingsdienst van Philips in Eindhoven.

De sollicitatieprocedure bij de Philips Beveiliging instelde werd was gelijk aan die van de Politie in Arnhem.

Het onderzoek werd door een voor mijn ouders bekende Philips rechercheur uitgevoerd

Ook hier werd als onderdeel van de procedure een o.a. een bezoek gebracht aan mijn toenmalig werkgever.

Enkele weken later werden mijn ouders gebeld, door de betrokken rechercheur, die aangaf dat wanneer ik niet werd aangenomen bij Philips ik direct mijn ontslag moest nemen omdat door de eigenaar/directeur Hr. Haak valse informatie over mij werd verstrekt.

Uiteindelijk werd ik aangenomen en ben per d.d. 1.8.1971 bij Philips als surveillant begonnen.

De reden waarom ik dit vermeld is dat mijn carrière heel makkelijk anders had kunnen verlopen.

L. Ringeling

Versie: 14-1-2023

Mijn verhaal bevat de navolgende periodes :

1.1.8. 1971 - 20.12.1971:

Strijp 1.

Surveillant 2e klas.

2.20.12.1971 - 30.9.1982:

CMB / Meldkamer.

Surveillant 2e klas, Surveillant 1e klas, Hoofd Surveillant

3.1.10.1982 - 30.9.1988:

Strijp 1.

Assistent Groepschef

4.1.10.1988 - 31.12.2002:

Strijp 2/3.

Hoofd Beveiliging Strijp 2-3

5.1.1.2003 - 31.12.2008:

Philips High Tech Campus.

Safety en Securitymanager Philips High Tech Campus.

6.1.1.2009 - 30.6.2009:

High Tech Campus/AA

Safety en Securitymanager High Tech Campus

7.1.7.2009 - 30.9.2013:

Philips Environment & Safety (PES)

Safety manager High Tech Campus

Periode 1: Van 1.8.1971 tot 20.12.1972.

Ik werd te werk gesteld op complex Strijp 1 als surveillant 2e klas in groep 2 waar groepschef

G. van Veen de algemene leiding had en waarbij L. Jansen assistent groepschef was.

Groep 2 bestond uit de navolgende personen:

H.v.d.Winkel, B.A.M.v.Engelen, M.Geersen, H.v.Schoten, C.v.d.Velden, M.v.d.Wetering, J.Hogewoning, H.v.Gog, R.v.Woudenberg, W.v.d.Weyer.

De opleiding bestond uit drie gedeeltes:

Eerste gedeelte van de opleiding was een “training on the job” gedurende een periode van 6 weken.

In deze periode werd ik gekoppeld aan collega Jaap Hogewoning.

Deze “training on the job” bestond uit de navolgende onderdelen:

–Werkzaamheden in de loge, uitgifte en registratie van sleutels

–Werkzaamheden aan de poort, controle op in-uitgaande goederen en personen.

–Het lopen van sluit/vervolg en weekend rondes.

Al deze zaken werden uitgevoerd onder het motto:

VOORKOMEN VAN SCHADE EN DE ONTSTANE SCHADE TOT EEN MINIMUM TE BEPERKEN. 

Tweede gedeelte bestond uit een klassikale opleiding van een jaar (Docent J.Schenk ) voor het vakdiploma Beveiliging.

Onderdelen van deze opleiding:

–Recht en wet kennis,

–Beveiligingsleer,

–Rapporteren.

Derde gedeelte bestond uit een cursus voor het EHBO diploma.

Deze Periode 1 werd op 20 december 1972 afgesloten door een overplaatsing naar de eerste meldkamer van Philips.

Periode 2: Van 21.12.1972 tot 30.9.1982.

Zoals te lezen is in het hoofdstuk “Meldkamer” was een veranderd dreigingsbeeld dat gericht was op het bedrijf Philips, maar ook op de leden de Raad van Bestuur, de reden voor de voorzitter van de Raad van Bestuur, Hr.H.v.Riemsdijk om de directie van de Philips Beveiligingsdienst, Mr.P.Stoffel, de opdracht te geven om zo snel mogelijk een meldkamer met een mobile surveillance op te zetten.

Dat het snel moest was duidelijk te zien, omdat de start van de meldkamer op donderdag 21.12.1972 plaatsvond.

Met een grote tafel met daarop diverse telefoons en een grote bandrecorder voor het opnemen van binnenkomende en uitgaande telefoongesprekken. Alle auto’s waren uitgerust met een mobilofoon verbinding en de surveillanten waren bereikbaar via de portofoon vanuit de meldkamer.

Ondanks dat de meldkamer er in eerste instantie simpel uitzag had deze meldkamer wel een

PAC vergunning vanuit het Ministerie van Justitie.

Uiteindelijk werd de eerste meldkamer ingericht zoals de richtlijnen voor die tijd van kracht waren zie hiervoor de foto van deze meldkamer onder het hoofdstuk “meldkamers”.

De leiding van deze meldkamer (Centrale Meldkamer Bewaking CMB) lag in het begin bij de groepschefs G. v. Veen en D. Broos.

Als Ass.Gr. Chefs waren, in de periode dat ik werkzaam was op de meldkamer, o.a.

C. Leijssen, T. Verhappen, C.v.d. Broek, J. Tempelaars, Y. Ketelaar, T. Faassen, B.v. Engelen, P.v.d. Heijden.

Ik was werkzaam in groep 2 die bestond uit de navolgende collega's

N.v.d. Hurk, T.v. Oorschot, J.Hinskens, H. Joosten,G. Muyen, D. Roedts en W.v.d. Weyer met C. Leijssen als direct leidinggever.

Wat direct duidelijk werd was dat de meldkamer, maar vooral de mobiele surveillance zich ging bezighouden met alle objecten die buiten de rasteringen van de complexen lagen, maar ook met de observatie en controle van de woonhuizen van de Raad van Bestuur.

(Het negende complex zie Philips koeriers 1979-1989 nummer 1)

Voor een overzicht van de te controleren panden zie hoofdstuk “Meldkamer” onder meldkamer 1.

De werkzaamheden voor de Raad van Bestuur werden vastgelegd in O-B-E maatregelen die terug te vinden zijn onder hoofdstuk “meldkamer” algemeen.

Een belangrijk hulpmiddel dat vrij snel werd ingezet was het gebruik van diensthonden die middels een kooi in de dienstauto vervoerd werden van pand naar pand.

(Zie hiervoor hoofdstuk “diensthonden”)

In deze periode hebben de navolgende grote incidenten plaats gevonden : Zie H-lijn

1.12-3-1974 tot en met 12-4-1974, bezetting van “de Karpen” in Helmond waar de USFA was gevestigd.

2.Ontvoering van Hr. F. Schuitema in El Salvador door de FARN.

3.In juni 1979 werd de voormalige topman van Philips, Hr. F. Philips, gedurende een periode bedreigd. Waarbij de bedreiging zo duidelijk was dat besloten werd om, gedurende deze periode hem en zijn woning op het landgoed “de Wielenwaal” rondom de klok te beveiligen.

4.22-2-1980 tot en met 23-2-1980, bezetting van de “Lichttoren” in Eindhoven.

Voor mij was deze periode als centralist en mobiel surveillant op de meldkamer een leerzame tijd.

Periode 3: Van 1-10-1982 tot 30-9-1988.

Na een sollicitatieprocedure werd ik bevorderd tot assistent groepschef op Strijp 1.

Na een afscheid van groep 2 van de meldkamer 2 (zie hoofdstuk “Buiten werktijd” privé feestjes)

ben ik begonnen op 1.10.1982 op Strijp 1 waar ik verantwoordelijk werd voor groep 2 als opvolger van L. Jansen met als chef Groepschef G. van Veen.

Ik werd collega van J.Tempelaars Ass.Gr.Chef groep 1 en T.Faassen Ass.Gr.Chef groep 3.

Ik kwam in een groep terecht die bestond uit:

H.v.d.Winkel, M.Geersen, J.Verhoeven, L. Pelzer, H. Faessen, G.Middel, C. Ottens, J.Geenen.

Na een inwerkperiode begon ik met behulp van groep 2, maar vooral met de inbreng van een nieuwe computer P 2000, alle informatie noodzakelijk voor het goed functioneren van een beveiligingsdienst vast te leggen.

Het betrof hier informatie over:

Directieleden, Personeelsdienst, Veiligheidskundigen, Kluizen gevaarlijke stoffen,

Kluizen edelmetalen, Waarde kluizen, Data kluizen.

Maar ook het vastleggen per etage, Welke afdelingen, Wie verantwoordelijk.

Omdat dit informatie was die snel veranderde, door overplaatsingen en verhuizingen, was het van groot belang dat dit voortdurend werd gecontroleerd.

Dit gebeurde door surveillanten voor bepaalde informatie verantwoordelijk te maken.

Hierbij was de computer P 2000 van groot belang waarbij de aangepaste informatie alleen in de computer moest worden aangepast, voorzien van herzieningsdatum, uitgedraaid en in de boeken worden uitgewisseld.

Een belangrijke aanpassing voor mij vond plaats op 1.1.1985 op dat moment werden mijn collega's J. Tempelaars overgeplaatst naar de Meldkamer en werd T. Faassen bevorderd tot Groepschef op complex Beatrix.

Vanaf dat moment was ik Ass.Groepschef in de dagdienst en werkte van maandag tot en met vrijdag

Dat was voor de directie van de Philips Beveiligingsdienst direct een probleem omdat ik niet meer in ploegendienst zat verdween mij ploegentoeslag, maar werd ik wel verantwoordelijk voor alle groepen en moest ik ook nawerktijd bereikbaar zijn, om dit op te lossen moesten er allerlei zeilen bijgezet worden om mijn salaris op peil te houden. Wat uiteindelijk ook lukte.

In deze periode hebben de navolgende zaken plaatsgevonden:

In september 1984 werd XXX miljoenste kleuren TV uitgereikt aan Prinses Irene.

Voor deze uitreiking moest er een beveiligingsplan geschreven worden en afgestemd worden met de Gemeente Politie Eindhoven en de Koninklijke Beveiliging.

In 1985 werd Strijp 1 het eerste complex in Nederland waar een automatiseringsproces werd uitgevoerd.

Hierbij was Ing. Gerard Kersten degene die het proces begeleidde en was ik degene die alle informatie moest aanleveren en voor de implementatie moest zorgen.

De opzet was om alle brandalarmen (Duizenden), inbraakalarmen (Honderden), deurcontacten, waterdetectiepunten en technische ruimtes, selectief in de hoofdloge van Strijp 1 binnen te laten komen.

Verder werden alle hoofddeuren (een per gebouw) voorzien van camera, intercom en op afstand bedienbaar gemaakt en werd het mogelijk om vanuit de hoofdloge liften aan te sturen.

Voor dit proces was vooral de informatie vastgelegd in de P 2000 van groot belang.

In 1987 werd besloten om het legitimatiebewijs te vervangen door een draagbadge.

Na twee testen op Philips Nat Lab Waalre en Philips Nijmegen werd in 1987 gestart met een pilot op Strijp 1.

Om tot realisatie van dit project te komen werd een “task force” opgezet bestaande uit M. Strasek vanuit de directie Philips Beveiliging, Hr. v.d. Berg directeur “van de Berg Foto uit Geldrop” en mijzelf.

Het probleem was om alle werknemers van Strijp 1 (Meer dan 12.000) per afdeling, etage en in een bepaalde tijdszone bij een “mobiel ingerichte fotostudio” in een “transsporter” te krijgen, om met salarisnummer gefotografeerd te worden.

Een bijkomend probleem waren de draagmiddelen, omdat zowel het personeel op de kantoren als in de werkplaatsen een draagbadge moesten dragen waarbij de veiligheid voor de medewerkers niet in het geding mocht komen.

Verder werd snel duidelijk dat voor de uitgifte en registratie van de rode-blauwe-groene badges en het maken van foto’s voor de badge (wit en blauw) er een badgebalie aan de hoofdpoort ingericht moest worden, dit met een speciaal hiervoor aangetrokken medewerkster.

De eerste badge baliemedewerkster was Carla Terium op Strijp 1.

Dit werd later de opmaat voor alle complexen in Nederland. 

Iets anders was dat in 1985 er een vacature voor Groepschef vrijkwam bij Philips Maarheeze.

Nadat ik gesolliciteerd had kwam ik samen met diverse collega's in een sollicitatieprocedure terecht.

Deze procedure verliep voor mij bijzonder goed, maar tijdens deze sollicitatieprocedure werd het voor mij ook duidelijk dat ik binnen 2 jaar moest verhuizen en zag ik bij alle gesprekken die ik had op de plant in Maarheeze, dat het een relatief kleine plant was zeker t.o.v. Strijp 1

Dat was voor mij de reden om contact op te nemen met de Chef Geüniformeerde dienst van Eindhoven de Hr.J. Rosenbaum en hem te vertellen dat ik wilde stoppen met de sollicitatieprocedure.

Hij gaf aan dat hij ervoor zou zorgen dat de procedure stil gelegd zou worden.

Ondanks deze belofte werd ik enkele weken later door de bedrijfsdirecteur van Philips Maarheeze benoemd tot groepschef van de plant Maarheeze.

Bij het terugrijden van plant Maarheeze naar Eindhoven heb ik contact opgenomen met hoofd personeelszaken Hr. P. Uiterdijk en hem verteld dat ik die functie niet wilde aanvaarden.

Met deze mededeling was de Hr. P. Uiterdijk uiteraard niet blij, maar hij heeft wel de Bedrijfsdirecteur van Maarheeze geïnformeerd over mijn besluit.

Dezelfde avond werd ik gebeld door Frans Sanders uit Maarheeze die wilde weten wat er gebeurd was en vertelde hij mij dat hij was bevorderd tot groepschef Maarheeze.

In 1986 ging mijn chef G.van Veen met pensioen, als zijn assistent was ik degene die hiervoor een groots afscheid moest organiseren. In gebouw SA (Klokgebouw) werd een leegstaande etage volledig omgebouwd tot receptiezaal. Hierbij werd door tientallen TV' s het officiële gedeelte in beeld gebracht.

Dit was het grootste een duurste afscheid wat door bedrijfsbeveiliging ooit was georganiseerd.

Als opvolger van Gerrit van Veen kwam Harrie van Gog, die na een week op complex Strijp 1 te zijn geweest met longkanker werd opgenomen in het ziekenhuis.

Waarbij eerst een halve long en na een week de rest van die long, werd weggehaald.

Dit ziekteproces duurde precies een jaar.

Harrie heeft met een long nog tot eind 2019 geleefd.

In deze periode werd ik als assistent groepschef verantwoordelijk voor de hele beveiligingsinzet en uitvoering van de geüniformeerde dienst, op het grootste complex van Philips in Europa.

Nadat Hr.H. van Gog medio 1987 terugkwam heb ik het project van “Legitimatie bewijs naar Draagbadge” afgerond, waarna er 1988 en vacature vrijkwam op Strijp II en Strijp III.

Periode 4: Van 1-10-1988 tot en met 31-12-2002

Eind 1988 kwam er een functie vrij als Hoofd Beveiliging van de complexen Strijp II en Strijp III.

Mijn geluk was dat op dat moment hoofd personeelszaken Hr.P. Uiterdijk met pensioen was (Hij was mijn weigering om bij Philips Maarheeze te gaan werken zeker niet vergeten) en was opgevolgd door Thea Noordzij waardoor ik in een sollicitatieprocedure terecht kwam en uiteindelijk na gesprekken met directielid R. Eerenstein van DCC Strijp III en directielid N.Vrijenhoek van IE Strijp III benoemd werd tot Hoofd Beveiliging Strijp II en III.

Deze benoeming was de eerste benoeming die buiten de Philips Beveiliging plaatsvond waarbij de keuze niet meer bepaald werd door Philips Beveiliging, maar door de klanten (D.C.C. En I.E.) zelf.

Op 1.10.1988 werd ik de opvolger van Hr.P. Lammers.

Het was een totaal nieuwe situatie waarbij de centrale aansturing door Philips Beveiliging (OAR) verviel en de verantwoordelijkheid voor de beveiligingsgroep maar ook het beveiligingsbeleid op de complexen bij het Hoofd Beveiliging kwam te liggen.

Ter verduidelijking:

Het was tot medio 1988 zo dat alle Product Divisies in heel Nederland volgens een door de Raad van Bestuur vastgesteld format (Op basis van aantal m2 en aantal werknemers) betaalde voor Philips Bedrijfsbeveiliging, maar geen invloed hadden op hun werkzaamheden.

Na 1988 werd dit totaal anders, de lokale Beveiligingsgroep kwam te vallen onder de grootste Product Divisie van de plant.

In mijn geval werd dat op Strijp II Product Divisie I.E. en op Strijp III Display Components waarbij zelfs de groep Beveiliging in tweeën werd gesplitst.

Het gevolg hiervan was dat ik te maken kreeg met twee bazen en twee personeelsdiensten.

Ter ondersteuning werd er vanuit de Product Divisies een medewerker naar voren geschoven als Lokaal Security Officer ( LSO )

In mijn geval werd dat voor I.E. Hr.J. Strijbosch en voor D.C.C. Hr.B. Kingma.

Deze beide personen hadden totaal geen affiniteit met het beveiligingswerk.

Deze LSO-ers werden geïnformeerd en geïnstrueerd door bijeenkomsten georganiseerd door PSO.

Voeg hierbij dat de functie van Hoofd Beveiliging een totale metamorfose onderging, hij werd verantwoordelijk voor: (Zie hoofdstuk Organisatie Philips Bedrijfsbeveiliging Nederland)

–Budget, (Twee budgetten T en R)

–De aansturing van de beveiligingsgroep, (Beoordelingen, GWO's, Werving personeel)

–Het vaststellen van- en controleren op uitvoering van het securitybeleid op de complexen,

–Aankoop, plaatsing en administratie van sloten en sleutels,

–Het maken van foto's en administratieve handelingen t.b.v. de draagbadge.

–Het inrichten en bemannen van een badgebalie voor de bezoekers, (Twee complexen T-R)

–Het doen van recherche onderzoeken bij diefstallen,

–Het bestellen en aanmeten van dienstkleding voor het personeel,

–De contacten met alle bewoners van beide complexen,

–Verkeerstechnische maatregelen en afhandelen van verkeersongevallen,

–Het maken van maand, kwartaal en jaarrapportages,

Met als belangrijkste taak om met de rapportages de directies te overtuigen van het belang van het hebben van een Beveiligingsdienst.

Nu de budgetten mede werden vastgesteld door de Product Divisies (D.C.C. en I.E.) was er ook invloed vanuit deze directies waarbij het van belang was om duidelijk te maken wat de meerwaarde van een beveiligingsdienst was.

Dit omdat het exact duidelijk was wat de kosten van afdeling Beveiliging waren maar het niet altijd duidelijk was wat de baten waren.

Vandaar dat er vanuit de directies altijd druk was, of er bespaard kon worden.

Dit alles was de formele kant van het instappen als Hoofd Beveiliging maar er was ook een informele kant, de mening en houding van de Beveiligingsgroep.

De groep Beveiligers die ik aantrof eind 1988 bestond uit:

J.v.d. Waardenburg, C. Braken, K.Verhulst, A. Wijnhoven, F. Hampsing, G. Kuipers, C.de Vet, P. Gijsberts, T. Geurts, G. Zoon, H. Cober, J. Blankers, E. Schoffelmeer, J. Harms, N.de Hondt, J.v. kempen, B. Pennings,W. Gielkens later aangevuld met P.Jacobs en J.v.Heeswijk en met de Ass. Groepschefs C.Thijs, H.Hendricks.

Wat ik merkte was een bepaald wantrouwen vanuit een gedeelte van de groep naar mij toe, waar ik door gesprekken later duidelijk kreeg waar dat in eerste instantie vandaan was gekomen.

Toen ik op Strijp 1 werkte was ik een ambitieus kaderlid, die ook nog gedurende een jaar

(1986-87) alleen zonder ondersteuning van een mede kaderlid de verantwoordelijkheid had over de grootste plant met grootst aantal beveiligers. Dit heb ik kunnen doen door duidelijk en direct te zijn naar de beveiligingsgroep toe en dat werd natuurlijk niet altijd als positief ervaren.

1. In die periode op Strijp 1 kwam er met grote regelmaat een medewerker in de loge en ook op het kantoor van de Groepschef die ook als “(foto)model” in allerlei reclames te zien was.

Deze medewerker kwam ook op Strijp III waarbij hij nadat het bekend was geworden dat ik van

Strijp I naar Strijp II en III zou gaan bewust of onbewust ?? de medewerkers van de Beveiliging informeerde over mijn werkhouding.

Dit was een oorzaak van het wantrouwen dat ontstond bij mijn komst op Strijp II en III.

2. In 1989 besloot Philips om voor alle aanvullende diensten met een externe beveiligingsdienst te gaan werken.

Na een grondig onderzoek door Philips Inkoop werd beveiligingsbedrijf RANDON later G4S de “first supplier” voor alle aanvullende/tekorten beveiligingsdiensten.

Waarbij door mij in dat jaar als eerste Securitymanager een contract met dit bedrijf werd afgesloten voor 1000 uren voor plant Strijp II en 1000 uur voor Strijp III.

De aanspreekpunten bij dat bedrijf waren de heren J. Niekus en H. Smits.

3. Begin 1990 vond er bij Philips een “paleisrevolutie” plaats door de heer J.Timmer, opvolger van de president-directeur Hr.v.d. Klugt die het programma Centurion lanceerde om Philips van de ondergang te redden. Het werd snel duidelijk dat er in het personeel van de totale Philips bezetting wereldwijd, gesneden moest worden en dat geen afdeling daaraan kon ontkomen.

Vooruitlopend op de mogelijkheid om geconfronteerd te worden met de opdracht om personeel te reduceren had ik het idee om met mijn twee assistenten in alle rust (zonder opdracht) uit te zoeken wie we eventueel zouden moeten laten afvloeien, indien deze opdracht zou komen.

Deze lijst is door ons gemaakt en door mij mee naar huis genomen om uiteindelijk nooit te gebruiken.

Probleem met deze lijst was dat door een naaste medewerker van mij het bestaan van deze lijst bekend werd, met alle gevolgen van dien.

4. Een ander punt waardoor er onrust ontstond onder het personeel was dat op 29 maart 1991 er een rapport verscheen van de hand van Hr.J Oostdijk van Philips Security Office met als naam“Heroriëntatie Fysieke Beveiliging” waarbij werd geadviseerd om het Philipsbeveiligingspersoneel over te doen naar een particuliere beveiligingsorganisatie zoals RANDON.

Zie hiervoor hoofdstuk “Heroriëntatie Fysieke Beveiliging” en de reacties van het beveiligingspersoneel op de complexen in Eindhoven.

Een van de eerste zaken die ik heb gerealiseerd was voor beide complexen T en R aan de hoofdpoorten, een badgebalie.

Dit omdat ik op Strijp 1 gezien had dat het niet mogelijk was voor de surveillant in de hoofdloge zich ook bezig te houden met de uitgifte en administratie van de rode-groene-blauwe badges aan bezoekers, werknemers van derden en het maken van foto’s t.b.v. badges voor Philipswerknemers en derden.

Op Strijp 3 zijn ingezet als badgemedewerker: o.a

Mej.I.O. Vanlente, P.Gijsberts, P.Beijers.

Op Strijp 2 Trudie van der Griendt.

Beveiligingstechnisch ben ik in 1989 direct begonnen om samen met het Beveiligingspersoneel om op dezelfde manier als op Strijp 1, alle voor een beveiligingsdienst belangrijke informatie vast te leggen en te verwerken in een computer.

Zoals eerder aangegeven was het bij Philips zo dat verhuizingen aan de orde van de dag waren waardoor de beschikbare informatie voortdurend gecontroleerd en up to date gehouden moest worden.

Middels het opzetten van weekendactiviteiten en het verantwoordelijk maken van surveillanten voor het up to date houden van informatie en dat vast te leggen in een jaarplanning ontstond een basis van informatie waar de surveillanten mee konden werken.

Dat in samenhang met een computer “Easy NT” waarop alle alarmen (Brand-Inbraak-Technisch) binnenkwamen met daaraan vast een protocol alarmafhandeling.

Al deze handelingen werden in de computer met tijd van afhandeling vastgelegd.

Dit alles leidde ertoe dat ik besloot om op 31 januari 1994 een “dienstenovereenkomst” te maken voor alle bedrijven gevestigd op de complexen Strijp II en Strijp III.

In deze overeenkomst was opgenomen:

–Financiële bepalingen en tarieven,

–Algemene taakstelling van Bedrijfsbeveiliging.

–Verlenen van diensten.

In het jaar 1994 werd door de “hulp en stafafdeling” van Display Components, waar de afdeling bedrijfsbeveiliging een onderdeel van was, de procedure ingezet om tot het NEN-ISO 9001 certificaat te komen.

Voor een afdeling als Bedrijfsbeveiliging waarbij heel veel zaken vastlagen in een protocol en formeel geregeld zijn zoals:

–Afhandelingen van alarmen,

–Controle in-uitgaande goederen en personen,

–Opstarten calamiteitenplan,

–Uitgifte sleutels,

–Uitgifte kluissleutels,

–Uitgifte sleutels huurauto's.

Vandaar dat het omzetten van deze protocollen in procedures redelijk snel uitgevoerd kon worden waarbij het voor beveiligingspersoneel, dat gewend was volgens protocollen te werken, het niet veel anders was om met procedures te werken.

Door Ass. Groepschef C.Braken ( Opvolger van C.Thijs) is een belangrijke rol gespeeld in het omzetten van protocollen in procedures wat uiteindelijk leidde tot het behalen van het ISO certificaat op 1.12.1994. (Zie H-lijn 1994)

In een vergadering in het PSV stadion van alle Hoofden Beveiliging in Eindhoven, medio 1996 geleid door managementlid van V.B. en D de Hr.Simons, werd door hem de vraag gesteld,

Wat is de meerwaarde van:

“Een eigen Beveiligingsdienst t.o.v. Particuliere Beveiligingsdienst”.

Dit was voor diverse collega's de eerste keer dat er over dit onderwerp nagedacht moest worden maar was voor mij het eerste signaal dat met name Vastgoed Beheer en Diensten bezig was om voorbereidingen te treffen die uiteindelijk tot een “outsourcing” zouden leiden.

In 1996 begon Philips Vastgoed Beheer en Diensten, met als directie de heren P. Dijkma,

A.v.d. Muuren en R. Mickers met het centraliseren van de complexen in Eindhoven, wat uiteindelijk zou leiden tot de “outsourcing” van Philips Bedrijfsbeveiliging in Eindhoven.

Een gevolg van deze aanpak was dat gedurende de jaren die hierop volgden er een verloop ontstond onder de Hoofden Beveiliging in Eindhoven:

Hr.H.v. Eijken Hoofd beveiliging Emmasingel,

vertrok in 1998 naar Vast Goed Beheer en Diensten op plant Vredeoord.

Hr.J.v.Keulen Hoofd beveiliging Beatrix,

vertrok in 1998 en werd verantwoordelijk voor de alle Beveiligingscontracten vallend onder Vastgoed Beheer en Diensten..

Hr.A.v.Veen Hoofd beveiliging Strijp1,

vertrok via een jaar meldkamer in 1998 naar TU Eindhoven.

Hr.T.v.d.Velden Hoofd beveiliging complex Acht,

werd de securitymanager van Machine Fabriek in Acht, waarbij het personeel onder Vastgoed Beheer en Diensten kwam te vallen

Al deze complexen kwamen onder verantwoordelijkheid van mijn persoon, waarbij ik de beschikking had over:

Ass.Gr.ch. C.Braken voor Strijp II en III,

Ass.gr.ch. C.van Egdom voor Acht en Beatrix,

Ass.Gr.Ch. J. Verhoeven voor Strijp 1 en Emmasingel.

Alleen de meldkamer werd door. T.v.d.Heijden aangestuurd, dit tot sluiting eind 2001.

In 1999 kwam de situatie omtrent de “outsourcing” van Philips Bedrijfsbeveiliging Eindhoven tot een climax waarbij er middels een stiptheidsactie van het Beveiligingspersoneel op de complexen, Strijp I, Strijp II, Strijp III en de Emmasingel, in heel Eindhoven het verkeer vastliep.

Deze actie werd om 11.00 uur stopgezet waarbij het verkeer geleidelijk weer opgang kwam.

Deze actie en vooral de inzet van de vakbonden FNV, Unie BLHP en CNV leidde ertoe dat er een regeling tot stand kwam die acceptabel was voor het grootste gedeelte van het Beveiligingspersoneel.

Ik besef als geen ander dat zo'n ingreep altijd slachtoffers met zich meebrengt.

Deze situatie omtrent de aansturing van de beveiligingsgroepen bleef zo tot begin 2000.

In februari 2000 nam C.van Egdom ontslag om met een eigen bedrijf “Egdom Security” te starten dat tot op dag van vandaag onder leiding van Cor perfect werk levert en volop in beweging is.

Verder nam in deze maand ook J.Verhoeven zijn ontslag en vertrok als Security Manager naar CE op Strijp 1 dit tot zijn overlijden in april 2003.

Vanaf 1maart 2000 werd ik ook verantwoordelijk voor de beveiligingsgroep van Philips Sittard.

Vanaf dat moment was de leiding voor alle Beveiligingsgroepen in Eindhoven en Sittard in handen van mijzelf en C. Braken.

Een maatregel die door mij direct werd genomen was dat ik per plant een Aanspreekpunt (ASP-er) benoemde.

Het betrof op alle complexen een Philips Beveiliger die direct uit de ploeg werd gehaald om van maandag tot en met vrijdag de dagelijkse zaken op een plant te regelen.

Een keer per week was er overleg met alle ASP-ers en met de managers van G4S, die vanaf 1.1.2001 de verantwoordelijkheid van de beveiliging op de complexen in Eindhoven en Sittard zouden gaan overnemen.

ASP-ers waren :

F.v.d.Heijden Beatrix, B.Pennings, B.Timmermans Strijp 2/3, L.Douven Sittard, J.Geenen, G.Middel, W. Roordink Strijp 1, A.van Erp Emmasingel, H.v.d.Linden Meldkamer/Vredeoord.

In 2001 nam G4S de verantwoordelijkheid voor de beveiligingsgroepen in Eindhoven over waarbij ik als kwaliteitsmanager ingezet werd om de geleverde kwaliteit te blijven monitoren.

Verder stond ik opgesteld om problemen rondom alle 47+ers te blijven begeleiden.

De overgang van de Philips Beveiliging naar G4S was voor het directielid Hr.A.v.d. Muuren de aanleiding om de vergunning BD 1, voor alle Philips Beveiligingsgroepen in Nederland, op te zeggen.

De Beveiligingsgroepen in Eindhoven en Sittard vielen vanaf 1.1.2001 onder de vergunning van G4S.

Maar alle complexen in Nederland, met een eigen Philips Beveiligingsgroep, waren verplicht om een separate vergunning aan te vragen voor het uitvoeren van beveiligingsactiviteiten.

Gezien het feit dat de managers die verantwoordelijk waren voor deze Beveiligingsgroepen in Nederland, niet wisten hoe aan een vergunning te geraken werd er vanuit heel Nederland gebeld met directielid Hr.R. Mickers in Eindhoven.

Om dit probleem op te lossen kreeg ik in 2002 de opdracht, van de Hr.R.Mickers, om deze managers te gaan instrueren hoe aan een vergunning te komen.

Door mij zijn alle managers in Nederland in drie sessies op drie verschillende plaatsen in Nederland (Breda, Drachten en Utrecht) geïnstrueerd. (Zie H-lijn 2002)

Ad-hoc oplossingen :

Als Securitymanager kom je in situaties terecht waarbij de belangen tegen de risico’s afgewogen moeten worden, in zo’n situatie ben ik eind januari 2002 terechtgekomen.

Op 1.12.2001 werd de gulden vervangen door de euro maar werd pas een wettig betaalmiddel op 1.2.2002.

In deze periode werd ik, eind januari 2002, gebeld door de Hr. D.Rozema

Hr. Rozema was het hoofd van het Philips reisbureau dat gevestigd was op het complex Strijp 2 in gebouw TQ. Het reisbureau een afdeling die verantwoordelijk was voor de reispapieren en voorschotten voor de Philips medewerkers die op reis moesten in het binnenland of buitenland voor Philips.

Hr.Rozema gaf aan dat hij geld, euro’s, moest ophalen bij de bank om de voorschotten te kunnen verstrekken aan de Philips medewerkers die voor Philips op reis moesten.

Het ging om een bedrag van 550.000 euro, ruim 1.200.000 gulden.

Het verzoek van de Hr.Rozema was om een dag later dat geld bij de bank aan de Vestdijk in Eindhoven op te halen.

Ik heb direct contact opgenomen met afdeling Personel Car Services van Philips.

Deze afdeling regelde het vervoer voor de Raad van Bestuur, Raad van Commissarissen, directieleden van Philips en VIP’s die bij Philips op bezoek kwamen

Deze afdeling had de beschikking over een gepantserde Mercedes voor het vervoer van leden van de Raad van Bestuur en VIP’s. Ik heb met de afdelingschef van P.C.S, Hr. P.Gijsberts, gesproken over het probleem wat zich ging voordoen en overlegd of ik gebruik kon maken van de gepantserde Mercedes met chauffeur voor het op halen van geld bij de bank.

Nadat deze afspraak positief was bevestigd heb ik de Hr.Rozema doorgegeven dat het transport een dag later kon doorgaan.

Op de dag zelf werd ik gebeld door Hr.Gijsberts met de mededeling dat het transport niet door kon gaan, omdat er met de Mercedes een technisch probleem was ontstaan.

Hierdoor werd ik in een situatie gebracht om direct tot een ad-hoc oplossing te komen.

Gezien het feit dat er niemand, buiten de Hr.Rozema, op de hoogte was van dit transport waarbij ook de Hr.Gijsberts niet wist hoe groot het geldbedrag was waar het omging, besloot ik dit transport met mijn eigen auto uit te voeren.

Nadat ik de Hr.Rozema had geinformeerd over het technisch probleem van de auto en mijn beslissing dit transport met mijn eigen auto uitvoeren, heb ik hem opgehaald en ben naar de bank op de Vestdijk gereden.

Nadat het geld was klaargemaakt en was verpakt in twee “plastiek tassen” heb ik afgesproken met de Hr.Rozema eerst de directe omgeving van de hoofdingang van de bank te controleren waarna ik mijn auto voor de hoofdingang zou plaatsen en door twee keer te claxonneren het voor de Hr.Rozemas het sein zou zijn om naar buiten te komen en direct in te stappen.

Natuurlijk besefte ik dat de door mij gekozen oplossing een groot risico in zich had, maar nadat ik de belangen had afgewogen tegen de risico’s, vond ik dat ik een afgewogen besluit had genomen.

Periode 5: Van 1.1.2003 tot 1.1.2009.

Deze periode begon voor mij op 7 november 2002, toen ik een afspraak had met Iris van Steenvoorden, personeelschef Vastgoed Beheer en Diensten.

Aldaar aangekomen zag ik dat op haar kantoor een voor mij onbekende man zat. Dat bleek later de Hr.D. Lockwood te zijn van het Campus Site Management van de Philips High Tech Campus.

In het gesprek bleek dat mijn CV exact aansloot bij de wensen van het Campus Site Management en hij vroeg mij of ik vanaf 1.1.2003 de functie van Safety en Securitymanager op de Philips High Tech Campus wilde aanvaarden.

Dit was voor mij een geweldige kans en ik heb die functie dan ook direct aanvaard.

De beveiligingsgroep die ik daar aantrof bestond uit:

J.v.d. Boom, G. Sanders, J. Panken, H. Kessels, T. Alers, G. Kregting, C. Kivits, N de Weijer, M.v.d.Kallen, J.Beckers, C.v.Heeswijk, T.Akkermans.

Aangevuld met medewerkers van “van de Enden”: J. Koeken, J. Bax, H.Aarts, F.v.Dungen. J.Smetsers, B.de Hoog, E.Moers, H.v.Gogh, P.v.Walsum, D.den Tuinder.

Tijdens de eerste dagen op de High Tech Campus in januari 2003 bemerkte ik een negatieve houding vanuit het Beveiligingspersoneel naar alles wat van Vastgoed Beheer en Diensten kwam.

Deze houding had als oorzaken:

Oorzaak 1:

Medio 2002 was het Beveiligingspersoneel van Philips Nat Lab Waalre overgeheveld naar Philips Vastgoed Beheer en Diensten.

Deze overheveling had plaatsgevonden onder toezicht van de OR van Philips Nat Lab In deze overgang was met name door de OR afgedwongen dat alle Philips beveiligers afkomstig van Philips Nat Lab tot hun pensioen aan de poorten van het complex Philips High Tech Campus zouden blijven.

Ook het Philips Beveiligingspersoneel van Waalre had gezien wat er in Eindhoven had plaatsgevonden waarbij het totale Philips Bewakingspersoneel in Eindhoven in eerste instantie was gesplitst in 47 –ers en 47 +ers.

Waarbij de 47-ers over moesten naar G4S terwijl de 47+ers op de pay-rol van Philips bleven staan, maar werden aangestuurd en aangekleed door G4S.

Dit was voor het Beveiligingspersoneel op de Campus een doemscenario, vandaar de argwaan voor Vastgoed Beheer en Diensten.

Oorzaak 2:

Daarbij kwam dat ik vanuit Vastgoed Beheer en Diensten overkwam vanuit Eindhoven omSafety en Securitymanager op de Philips High Tech Campus te worden.

Voeg daarbij dat:

Door een van mijn naaste medewerker een brief op hoge poten werd geschreven, naar de

verantwoordelijke manager voor de Beveiligingsgroep in het Campus Site Management,

Hr.D. Lockwood.

In deze brief werd duidelijk dat men niet zat te wachten op Vastgoed Beheer en Diensten, met name de Hr.R. Mickers, en dus ook niet op een Safety en Securitymanager die vanuit Vastgoed Beheer en Diensten overkwam.

In het antwoord van de Hr.D.Lockwood bleek duidelijk dat hij alle vertrouwen had in Vastgoed Beheer en Diensten en dus ook in Hr .R. Mickers maar zeker ook in de Safety en Securitymanager die vanuit Vastgoed Beheer en Diensten was overgekomen.

Oorzaak 3:

Dat mijn kantoor niet direct bij de Beveiligingsgroep was, maar in HTC 100.

Oorzaak 4:

Dat mijn voorganger Hr. J.v.d. Boom nog drie maanden in dienst was, waardoor er kwa aansturing niet veel veranderde.

Door deze houding naar Vastgoed Beheer en Diensten en dus ook naar mijzelf, was voor mij de reden dat ik de eerste drie maanden op de High Tech Campus me niet prettige en zeker niet welkom voelde.

Al deze zaken bijeen waren voor mij een reden om bij het aanstaande vertrek (pensioen)van de

Hr. B.A.M. van Engelen als hoofd Beveiliging van de plant Best, te solliciteren naar zijn functie. 

Gedurende deze sollicitatieprocedure die voor mij zeer gunstig verliep, had ik maar een groot probleem “Hoe ga ik mijn vertrek na 3 maanden vertellen aan de Hr. D .Lockwood”

Ik had in deze korte periode een heel goede band opgebouwd met Dave Lockwood.

Uiteindelijk kwam de oplossing voor mij op de dag dat Jan van de Boom afscheid nam van alle collega's en medewerkers van Philips Nat Lab Waalre met een geweldige afscheidsreceptie

Terugrijdend vanuit deze afscheidsreceptie naar huis werd ik gebeld door personeelszaken van de plant Best.

Deze personeelschef die zich bezig had gehouden met de sollicitatieprocedure voor de opvolging van de Hr. B. van Engelen vertelde mij dat de keuze niet op mij was gevallen.

Waarbij zij heel duidelijk maakte dat de reden voor mijn afwijzing lag in het feit dat zij de indruk hadden dat deze functie onder mijn niveau zou zijn en dat ik mij snel zou gaan vervelen.

In een gesprek enkele jaren geleden met de Hr. R. Mickers bleek dat Vastgoed Beheer en Diensten invloed had uitgeoefend op de besluitvorming voor deze keuze.

Vandaar dat de keuze op de andere kandidaat Hr. F. Sanders was gevallen.

Wat een teleurstelling was, werd voor mij een opluchting omdat ik niemand (D. Lockwood) hoefde teleur te stellen en ik direct de knop omzette om van de functie Safety en Securitymanager op de Philips High Tech Campus een succes te maken.

Waarbij ik achteraf kan zeggen dat deze periode op High Tech Campus mijn beste periode is geweest, ook omdat er nog heel veel zaken geregeld moesten worden zoals:

2003: Vergunning BD 936:

In de eerste drie maanden van het jaar 2003 heb ik me vooral beziggehouden met het verkrijgen van een vergunning.

De vergunning waarop de Philips Beveiliging op de Philips High Tech Campus werkte was met ingang van 31.12.2001 opgezegd door directielid Vastgoed Beheer en Diensten, Hr.A.v.d. Muuren.

In juni 2003 verkreeg de Philips High Tech Campus Beveiliging van het Ministerie van Justitie de vergunning BD 936, voor het uitvoeren van beveiligingstaken.

Deze vergunning is door mij per 30.6.2009 opgezegd.

Vanaf dat moment werden de beveiligingstaken onder verantwoordelijkheid van Trigion uitgevoerd.

2003: Voornemen tot een Open Campus.

Een ander voor mij belangrijk punt was om de uitgangspunten van de Philips High Tech Campus, waarbij het terrein open zou gaan, te controleren bij de beleidsbepalers of dit nog steeds de beste oplossing was en wat de consequenties daarvan zouden kunnen zijn.

Hierbij heb ik het politiebureau Aalsterweg betrokken, om een goed beeld te krijgen van de eventuele criminaliteit rondom de Philips High Tech Campus, met name vanuit de naast gelegen woonwijk “de Benekel”.

Ondanks deze lobby bleef het uitgangspunt een “open campus”, waarbij wel de openingstijden werden aangepast.

Van een volledig open Campus naar een gedeeltelijke open Campus, waarbij de avond en nacht plus de weekenden, het Campusterrein gesloten was.

Waarbij door allerlei technische ingrepen het voor de Campus bewoner mogelijk werd gemaakt om 24 uur per dag het terrein op te komen en het gebouw te betreden waar de werkplek was. 

2003 Sollicitatieprocedure:

In mei 2003 hadden we besloten een sollicitatieprocedure op te zetten om tot een “derde”

Ass. Gr. Chef te komen.

De opzet was om in de dagdienst een Ass.Gr.Chef te hebben terwijl de tweede Ass.Gr.Ch. de

06-14 uur en de derde de14-22 uur werkte, dit in een roulerend schema.

De uitkomst van deze sollicitatieprocedure was dat H.Kessels de derde Ass.Gr.Chef werd.

2003: ISOprocessen en SLA’ s.

Met H. Kessels heb ik vanaf juni tot december 2003 alle procedures waar de Philips Beveiligingsdienst meewerkte vastgelegd in ISOprocessen waarbij wij afspraken m.b.t. de dienstverlening hebben vastgelegd in Service Level Agrements.(SLA’ s)

2004: Informatieverstrekking aan de beveiligingsgroep:

Gezien het feit dat mijn werkplek op HTC 100 was en het altijd moeilijk was om alle beveiligers te voorzien van de juiste informatie of van zaken die er speelde, ben ik begin 2004 begonnen met het op regelmatige basis laten verschijnen van een Infobulletin.

2004: Centraal Meldpunt Eindhoven MK 5:

Begin 2004 (16-3-2004) werd een aanvang gemaakt om tot een Centraal meldpunt Philips regio Eindhoven te komen.

In aanloop tot dit centraal meldpunt, Meldkamer 5 moesten de navolgende zaken vastgesteld worden.

-Locatie Centraal Meldpunt,

-Bezettingsniveau,

-Eisen voor centralist C.M.P.

-Selectieprocedure opstarten,

-Opleidingspakket voor de centralisten.

Op 2.8.2004 is in samenwerking met C. Braken (G4S) vastgesteld, welke trainingen de centralisten zouden gaan volgen. Het betrof de navolgende trainingen:

-Omgang met Easy NT, door TYCO.

-Telefoontraining door Minerva,

-Het kijken naar en reageren op CCTV beelden,

-Centralisten training “hoe om te gaan met noodsituaties”.

Van belang is te weten dat de realisatie van Meldkamer 5 ook te maken had met de op handen zijnde “openstelling” van de campus en werd gerealiseerd door :

Begeleiding project van de “Brinkgroep” h.h. P. Timmermans en G. Bult,

Uitgevoerd door “Tyco” h.h. B. Tourdoir, E.v. Boven, E. Rijnders,

Het ontwerp afkomstig was van “Deerns Raadgevende Ingenieurs BV” h.h. Hr.A. Bijl en Hr.J. Beker.

Zie transitie proces realisatie C.M.P. onder hoofdstuk MK 5.

Op 19.8.2004 werd duidelijk dat door de komst van het Centraal Meldpunt Eindhoven naar de Campus er ook beslissingen genomen moesten worden betreffende de bezetting van het CMP.

Dit omdat het CMP onder aansturing en verantwoordelijkheid van G4S ging vallen.

Het feit dat op de Campus er Philips beveiligers en beveiligers van v.d.Enden actief waren.

Dat in Eindhoven er met de Philips beveiliger 47+ers, aangestuurd en aangekleed door G4S en G4S surveillanten rondliepen.

En het feit dat Philips al vanaf 1989 afspraken had gemaakt met G4S.

Dit was voor Vastgoed Beheer en Diensten de reden om op de High Tech Campus afscheid te nemen van het beveiligingsbedrijf v.d.Enden waar Philips Nat Lab jarenlang tot grote tevredenheidpersoneel had betrokken.

Door Vastgoed Beheer en Diensten directielid Hr.R. Mickers en mijzelf is deze boodschap persoonlijk op 24.9.2004 mede gedeeld aan de directie van v.d.Enden Beveiliging.

Door mij is op dezelfde dag het personeel van v.d.Enden op de hoogte gebracht, waarbij duidelijk gemaakt werd dat er diverse medewerkers de gelegenheid zouden krijgen om over te gaan naar G4S.

Eind 2004 en begin 2005 werden alle geselecteerde centralisten opgeleid.

Omdat de verantwoordelijkheid van de Meldkamer 5 onder G4S zou plaatsvinden ontstond er nog een probleem.

In een rapport van de Hr.R. Loevendie G4S (17.1.2005) werd aangegeven dat de koppeling tussen Genesis (systeem van G4S) en Easy NT (Systeem van Philips) tot problemen zouden kunnen leiden.

In de reactie van de Brink Groep (16.3.2005) bleek dat deze investering niet nodig was.

Dit alles leidde tot de opening van Meldkamer 5 op 1.2.2005.

2005: Treibgut: (3.9.2005 tot en met 10.9.2005)

7 Optredens waarbij bij elk optreden 1600 bezoekers aanwezig waren

In september 2005 werd het theaterseizoen geopend door een optreden van de theatergroep uit Duitsland “Treibgut” met een waterspektakel.

Dit spektakel vond plaats in de waterpartij voor de Strip.

Om dit optreden goed te laten verlopen moest het water een bepaalde diepte hebben, door

Hr. E. Zijderveld werd het waterpeil omhoog gebracht.

Dit was voor de eerste keer dat de Campus openging voor derden.

Hiervoor werd een plan gemaakt (1.9.2005) waarbij de bezoekers met de auto, via poort Noord (gecontroleerd) naar binnenkwamen en naar de eerste parkeergarage werden gedirigeerd.

En de fietsers en voetgangers via de hoofdpoort naar binnen kwamen.

Vanuit de parkeergarage werden de bezoekers naar de The Strip geleid alwaar een tribune stond opgesteld.

Tijdens de try-out voor dit optreden heb ik alle vrijwilligers toegesproken en uitgelegd wat hun rol was. De leiding tijdens dit evenement was in handen van de heren J. Panken en H. Kessels.

2005: Bezoek Koningin Beatrix 18.10.2005

Voor dit bezoek is een beveiligingsplan geschreven waarin exact werd vastgelegd wie, waar stond hoe te handelen bij calamiteiten en waren diverse escape routes vastgelegd voor noodsituaties.

Dit beveiligingsplan is afgestemd met de Gemeente Politie en “Beveiliging Koninklijkhuis”.

2006: Open Campus

Op 1 februari 2006 werd de Campus een “Open” terrein

De voorbereidingen voor het openstellen van de Campus waren op 23.12.2003 al begonnen vastgelegd in een document van de Brinkgoep genaamd “Security Technische uitgangpunten 1e ring.

Degene die verantwoordelijk waren voor dit project waren dezelfde instanties (de Brinkgroep, Tyco en Deerns) en personen als bij de realisatie van meldkamer 5.

Het niveau van de beveiliging van het campusterrein was vastgesteld in overleg met Philips High Tech Campus in samenspraak met de uitvoerende instanties.

Hierdoor bestond de fysieke beveiliging van de Philips High Tech Campus uit de volgende elementen:

1e ring : Fysieke afscheiding van de High Tech Campus

Bestaand uit Hekken, dichte bebossing en een Security sloot. (Zie complex PHTC)

2e ring : Securityring

Bestaand uit Kop/staart camera’s met detectie van poort Noord naar poort Zuid,

Zijde Prof. Holstlaan, Gronddetectie Leaky Cowax in combinatie met Infrarood Camera’s.

3e ring : Gebouwbeveiliging:

Bestaand uit de navolgende elementen,

Voor toegang voor de beveiligingsdienst een sleutelbuis onder alarm.

Hoofdingang met receptionistes, toegangspoortjes, toegangscontrolesysteem.

Nacht/in-uitgang (peperbus) met cameratoezicht/gewichtsdetectie met twee schuifdeuren (binnen/buiten) waarbij deze alleen geopend kan worden als de ander gesloten is, Toegangscontrolesysteem.

Nooddeuren onder detectie.

Alle raampartijen voorzien van glasbreuk microfoons.

Zwerfdetectie door de gebouwen.

Voor de begeleiding van dit grote project werd vanaf begin 2004 een maandelijkse vergadering gepland waarbij de volgende instanties aanwezig waren, Security, Hr.D.LockwoodCampus Site Management envertegenwoordigers van alle op de campus aanwezige bedrijven. (Zowel Philips als niet Philips) Dit had vooral te maken met het afsluitbaar maken van de “oude” campusgebouwen waar het Philips Nat Lab was gevestigd.

Het uitgangspunt van de Campus was dat er een kruisbestuiving zou moeten kunnen plaatsvinden. Dat hield in dat men bij elkaar op bezoek moest kunnen komen.

Om dit te kunnen realiseren was er een flexibel toegangssysteem nodig.

Dit werd het systeem dat gebaseerd was op de Campus draagbadge.

Voor iedere nieuwe Campusbewoner was op de eerste werkdag, door de betrokken werkgever, alle informatie die nodig was voor het maken van de draagbadge in het systeem ingevoerd.

Nadat er foto’s gemaakt waren werd er direct een draagbadge met een basisprofiel gemaakt en uitgereikt.

Hiermee konden zij naar hun werkplek en wanneer dat nodig was en er toestemming voor gegeven was, kon dit profiel uitgebreid worden.

Let wel voor deze “toestemming” was nodig dat de directe baas en de leiding van de te bezoeken afdeling/gebouw accoord gingen, door dit in het systeem te fiatteren.

Nadat er was gefiatteerd werd het profiel direct door het systeem aangepast.

Deze toestemming werd geregeld door een computersysteem.

2006: Rol ARCADIS AQUMEN 2006-2008.

Arcadis was reeds enkele jaren actief bij Philips in Eindhoven waarbij deze groep diverse Philips Fascilitie Managers had overgenomen. Enkele namen : F.Kamp, L.Seraus, P.Claes, J.Luyten enz.

Vanaf 2006 werd de situatie rondom facilitaire zaken als onderhoud gebouwen en installaties, schoonmaak, repro, beveiliging drastisch anders.

De directe aansturing vanuit het Campus Site Management kwam te vervallen en kwam in handen van Arcadis Aqumen die tijdens de onderhandelingen met Philips aangaven de kosten voor deze afdelingen met 25% te kunnen reduceren.

Enkele spelers vanuit AA: Kennard Bos, Pancras Evers. Mart Hovius, Anne Bron.

Voor mij was dit een bijzondere vervelende periode, omdat als men bij een afdeling als Bedrijfsbeveiliging de kosten wil reduceren, het altijd te maken heeft met het inzetten van minder personeel.

Gezien het feit dat AA een securitymanager (Mart Hovius) had ingezet om bij alle Philips vestigingen (Nijmegen, Drachten enz.) deze reductie te behalen.

Deze belofte was de oorzaak dat in overleg tussen M. Hovius en mijzelf het regelmatig en vaak botste.

De reden hiervan was dat al zijn voorstellen te maken hadden met het reduceren van het personeel.

Bij het openstellen van de Campus in 2006 werd zonder grote ingrepen de bezetting aangepast.

Van een 6-6-3 naar een 4-4-3 bezetting, waarbij in de laatste bezetting een brandwacht was opgenomen waardoor de bezetting voor beveiligingspersoneel terugliep naar 3-3-2.

Ironisch was wel dat ik na 1.1.2009 voor 6 maanden ben ingehuurd door AA om mijn taak als Safety & Security manager te blijven uitvoeren dit omdat er nog geen opvolger was.

2007: Regeling 47+

In maart 2007 werd er een afspraak met mij gemaakt door Hr.R. Mickers waarbij de vraag werd gesteld of ik samen met een medewerkster van de personeelsdienst Renate Horlez, alle 47+ ers werkzaam in Eindhoven een regeling wilde aanbieden.

De reden was dat ik alle betrokken beveiligers goed kende, omdat ik in de periode van 1998 tot 2001, hun leidinggever was geweest.

Van deze regeling kon direct gebruik gemaakt worden of maximaal worden uitgesteld tot 31.12.2008.

Voordat ik daarmee instemde wilde ik weten wat de regeling precies inhield.

Het bleek een regeling te zijn op basis van de oude “kantonrechtersformule”.

Deze regeling hield in dat iedere beveiliger op basis van de lengte van zijn dienstverband een geldbedrag meekreeg.

Voorbeeld: Medewerker 38 jaar in dienst in op 31.12.2008 59 jaar.

Leeftijd 21 – 40 19 jaar19 x 1= 19 maanden

Leeftijd 40 – 50 10 jaar10 x 1.5 = 15 maanden

Leeftijd 50 – 599 jaar 9 x 2.= 18 maanden

Op basis van dit voorbeeld werd het geldbedrag 52 x maandsalaris.

Waarbij vermeld moet worden dat het “maandsalaris” het salaris was met ploegentoeslag-Eindjaarsuitkering-Vakantiegeld.

Gezien het feit dat de 47+ers inmiddels op een leeftijd waren aangekomen dat volcontinu diensten draaien steeds moeilijker werd, waren de meesten beveiligers blij met de aangeboden regeling.

2007: Oktober

In oktober 2007 werd door G4S eenzijdig het contract met Philips opgezegd dit na 18 jaar dienstverlening aan Philips.

Hierdoor moest AA direct een vervangend bedrijf voor G4S binnenhalen dit werd vanaf 1.1.2008 het beveiligingsbedrijf TRIGION.

In de periode tot eind 2007 en zeker ook in het begin van 2008 ontstonden met grote regelmaat leveringsproblemen.

G4S deed geen enkele moeite meer om alle gevraagde diensten op te vullen en Trigion was niet in staat deze diensten te leveren.

Dat betekende dat er met regelmaat diensten niet werden ingevuld, maar ook dat er surveillanten werden ingezet die niet bekend waren op de High Tech Campus.

Dit leidde tot veel frustratie bij het vaste personeel en reacties vanuit het klantenveld met name door Philips Nat Lab.

Hierbij was mijn rol om voortdurend de vinger op de zere plek te leggen waarbij het regelmatig tot confrontatie leidde met de securitymanager van AA Mart Hovius.

2007: Afscheid Philips 47+ ers

In november 2007 werd ik verzocht door de personeelsdienst van Vastgoed Beheer en Diensten of ik een afscheid wilde organiseren voor de beveiligers die een regeling hadden gekregen.

Samen met Hans van der Linden heb ik een afscheid georganiseerd in het “t’Witven” in Veldhoven. Zie de foto’s onder hoofdstuk “Buiten werktijd” onder prive feestjes.

2008 Afscheid van alle overgebleven Philips beveiligers.

In november 2008 werd ik wederom benaderd door de personeelsdienst van Vastgoed Beheer en Diensten met het verzoek wederom een afscheid te organiseren voor de Beveiligers van de High Tech Campus plus de nog overgebleven beveiligers in Eindhoven.

Wederom heb ik een afscheid georganiseerd in het “t’Witven” in Veldhoven.

Periode 6: Van 1.1.2009 tot 30.6.2009 werd ik door AA voor een periode ingehuurd als Safety en Securitymanager.

In deze periode stond ik op de pay-rol van Arcadis Aqumen (AA) dit omdat er geen opvolger was aangenomen.

In deze periode werd ik ook direct geconfronteerd met het “verdienmodel” van AA teweten “savings”.

Ook ik werd gevraagd of er nog “savings” waren of behaald konden worden.

Gezien mijn nieuwe rol als werknemer van AA wist ik van een “saving” die door niemand, dus ook niet door de “security expert” van AA was opgemerkt.

Deze “saving” had te maken met de brandwacht die we op 1.2.2006 in het beveiligingsconcept hadden ondergebracht.

Vanaf 1.4.2004 hadden we de brandwacht voor 100% op de pay-rol van de High Tech Campus gezet en stond buiten de beveiligingsgroep.

Door dit te veranderen op 1.2.2006 ontstond een “saving” van 3 diensten per dag, 21 diensten per week en 1092 diensten per jaar wat betekende 1092x8 = 8736 uur.

Dit betekende een “saving” van op basis van een uurprijs van 32.50 Euro een bedrag van:

32.50 x 8736 = 283.920 Euro per jaar

Periode 7 : van 1.7.2009 tot en met 30.9.2013 werkzaam voor Philips Environment & Safety.(PES) als Safetymanager.

Naast mijn positie als Securitymanger was ik ook de Safetymanager (hoofd BHV) van de Philips High Tech Campus en in die hoedanigheid verantwoordelijk voor:

-“Financieel” voor de High Tech Campus Brandweer.

-Het reorganiseren hulpverlening (BHV) op de High Tech Campus.

-Verantwoordelijk voor de bedrijfsnoodplannen.

High Tech Campus Brandweer:

De Philips Brandweer was een organisatie die in 2003 meer dan 40 jaar bestond.

Mijn taak was om het financieel plaatje te managen terwijl het Technisch gedeelte van de brandweer in handen was van A. Moraal, H. Jansen en C. Renders.

Heel opvallend was de betrokkenheid van alle brandweermannen en vrouwen, wat tot uiting kwam bij de oefenavonden en inzet bij calamiteiten.

Hulpverlening op de High Tech Campus:

Begin 2003 bestond de hulpverlening uit de HTC Brandweer en rond de 200 opgeleide EHBO-ers,

Het reorganiseren van de hulpverlening op de Campus had te maken met een wetswijziging waarin duidelijk werd dat het hebben van alleen EHBO-ers niet meer aan de wet werd voldaan.

Vandaar dat ik de opdracht kreeg om de hulpverleningsorganisatie (BHV)volledig te transformeren.

Hierbij werden in eerste instantie alle EHBO-ers benaderd waarbij de navolgende keuzes mogelijk waren:

-EHBO-er blijven,

-Als EHBO-er een aanvullende BHV training volgen,

-Stoppen als EHBO-er en BHV-er worden.

Nadat bekend was wat de EHBO-ers wilden zijn we begonnen om de mensen tot BHV-ers op te leiden, dit tot een van tevoren bepaald aantal per gebouw.

Om de continuiteit van de BHV organisatie te waarborgen is door mij op 28.8.2003 een document “Opzet BHV-organisatie” geschreven waarin alle zaken omtrent een BHV organisatie werden geregeld/vastgelegd:

-Missie en Doelstelling BHV organisatie,

-Opstarten BHV organisatie,

-Continuering BHV organisatie,

-Samenstelling projectteam BHV organisatie,

-Middelen BHV organisatie,

-Inhoud opleiding,

-Verantwoordelijkheid BHV-er,

-Verantwoordelijkheid Gebouwcoordinator,

-Verantwoordelijkheid hoofd BHV,

-Crisisteam Philips High Tech Campus,

-Opleidingspakket BHV+ voor Campus Security,

-Verzekering BHV,

-Financieel paragraaf,

-Bedrijfsnoodplan High Tech Campus,

-Draagvlak opzet “BHV organisatie

Dit document werd elk jaar ge-update en voorzien van een jaarplanning waarin alle activiteiten rondom BHV werden opgenomen :

-Herhalingslessen BHV,(2x halve dag per jaar)

-Herhalingslessen EHBO,(7x 2 uur per jaar)

-Opleiding tot BHV, (3 daags training)

-Opleiding EHBO,

-Opleiding Gebouw Coordinator(1 dag Training)

-Herhaling Gebouw Coordinator ( 2x halve dag)

-Oefeningen calamiteitenteams

-Oefeningen BHV-ers en EHBO-ers.

Dit document was de basis van de BHV organisatie op de Philips High Tech Campus en werd jaarlijks aangeboden aan de:

Directies, Gebouw Coordinatoren, verantwoordelijke O.R., DISC, RICAS.

Anno 2021 blijken gedeeltes van dit document nog voor te komen op de website van de High Tech Campus.

In 2010 hebben Pieter Rooyakkers (veiligheidskundige High Tech Campus afdeling PES) en ik zelf, de hele opzet rondom BHV opleidingen, ontruimingsoefeningen, crisisteamtrainingen, bedrijfsnoodplannen volledige gereorganiseerd.

Alle opleidingen, herhalingslessen, ontruimingsoefeningen en crisisteamtrainingen werden tot en met 2009 ingehuurd van RICAS uit Son.

Gezien het feit dat de relatie tussen Philips en RICAS bekoeld was, doordat eind 2007 RICAS eenzijdig het contract met Philips had opgezegd voor het leveren van een brandwacht.

Hiervoor hebben wij in januari 2010 na een aanbesteding met G4S, TRIGION, FLACk STRATOR en DISC besloten om het gehele opleidingspakket zelf te gaan regelen.

Na een presentatie door de uitgenodigde bedrijven viel de keuze op DISC.

Van het volledige extern inkopen van alle BHV opleidingen, trainingen enz. tot 2010 naar het inkopen van een docent voor 24 uur per week, gedurende 30 weken per jaar.

In deze periode werd hij belast met het geven van herhalingslessen BHV, EHBO, AED, GBC, het opleiden van nieuwe BHV-ers en GBC-ers, organiseren van oefeningen voor BHV organisatie per gebouw, het controleren en bijhouden van bedrijfsnoodplannen, controle en onderhoud van de AED’s.

Waarbij een belangrijk aspect om dit te doen was dat wij daadwerkelijk gingen bepalen waar de nadruk tijdens de trainingen en oefeningen op moest liggen.

Alles werd afgestemd op wat er van belang was voor de BHV organisatie op de High Tech Campus.

De kosten voor de docent werden betaald door Campus Site Management terwijl ik alle opleidingen, trainingen, crisisteamtrainingen doorbelaste naar de betreffende afdelingen.

Het resultaat was dat alle opleidingen significant goedkoper werden en we naar doorbelasting van alle opleidingen een positief resultaat